Commerciële kinderopvang gericht op winst in plaats van kind

Interview met ontwikkelingspsychologe Brigitte Zwiers
Door: Roos de Vries


Tegenwoordig proberen veel commerciële kinderdagverblijven winst te maken in plaats van zich bezig te houden met de kinderen zelf. Kinderopvangstichtingen bezuinigen op het personeel waardoor er te weinig algemene of pedagogische leidinggevenden zijn met HBO of hoger. Dit kan een slecht gevolg hebben voor de ontwikkeling van het kind en de interactie tussen de kinderen en het personeel, vertelt ontwikkelingspsychologe Brigitte Zwiers.


Leidsters te laag opgeleid
Kinderdagverblijfleidsters hebben niet de  voldoende kennis om zich met de ontwikkeling van het kind bezig te houden. Hiervoor zijn ze te laag opgeleid. Ze houden zich aan de voorgeschreven regels van de kinderopvang wet. “Er is erg behoefte aan regelstructuur”, stelt Brigitte Zwiers vast. “Bijvoorbeeld als een kind een beker melk moet drinken bij de lunch en een kind wil dat niet, dan staat een leidster lang bij het kind vasthoudend aan de regels, zonder zich al te veel bezig te houden met het waarom van haar handelen. Er mist dus een pedagogisch leidinggevende of ontwikkelingspsychologe die de leidster meer leert zich te richten op de pedagogische visie. Hierdoor is de kinderopvang meer een oppascentrale geworden”.


Te weinig personeel
Door de bezuiniging op het personeel nemen kinderdagverblijven veel laagopgeleiden aan. Ze proberen zoveel mogelijk winst te maken, maar ze zijn niet bezig met de ontwikkeling en de opvoeding van de kinderen. Door deze marktwerking zijn er soms niet genoeg leidsters op een groep. De kinderdagverblijven willen de klant tevreden stellen en zo klantvriendelijk mogelijk zijn. Het draait allemaal om wat de ouders willen. Hierdoor zijn er ruime openingstijden van half 8 tot 7 uur. “Door te weinig leidsters en ruime openingstijden staat er soms voor drie uur per dag slechts één leidster op een groep”, zegt Brigitte. “In de praktijk staan de leidsters steeds vaker alleen. Op de groep verloopt de interactie dan ook niet goed tussen de kinderen en de leidsters”.


Controle
Dat er een slechte kwaliteit heerst bij de kinderdagverblijven, is niet alleen te danken aan de marktwerking, maar ook door de controle van de GGD-inspectie die te mager is. Met name de pedagogische eisen van de wet zijn te mager. De GGD heeft een pakket met formulieren om een kinderdagverblijf te controleren. In deze formulieren staan de eisen van de wet waaraan een kinderdagverblijf moet voldoen. “Alleen is er geen pedagogische controle”, vertelt Brigitte. “De inspectie let alleen op de veiligheid en de hygiëne. Voor hoe een leidster echter met de kinderen omgaat hebben ze geen oog”. Volgens Brigitte is het slecht controleren ook niet te wijten aan de GGD, maar aan de gemeentes. De voorwaardes voor kinderdagverblijven zijn mager in ons land. Als er dan tijdens een controle veel wordt opgemerkt door de inspectie, dan wordt dit aan de gemeente doorgegeven. De gemeente doet daar meestal niets mee, omdat het bang is dat het een kinderdagverblijf moeten sluiten.


Misbruik voorkomen
“De kans dat misbruik ontdekt wordt, is groter als er voldoende en geschoold personeel aanwezig is. Ik acht het waarschijnlijker dat leidinggevenden met verstand van pedagogiek, beter oog hebben voor afwijkende interacties tussen leidsters en kinderen. Bovendien is er bij voldoende geschoold personeel meer controle op elkaar. Als je namelijk vaker alleen op de groep staat , is er minder controle van interacties tussen bepaalde leidsters en kinderen”, concludeert Brigitte.

Maak jouw eigen website met JouwWeb